“Deze toetsweek bepaalt je toekomst.”

Dat zei de mentor van Cela (13) een maand geleden, sindsdien zit ze binnen om te leren en is ze niet meer naar dansles geweest, terwijl dat haar zo goeddoet. “Toen we laatst met school naar het strand gingen, wilde ik eigenlijk nog langer blijven, het was zó gezellig, maar ja, ik moest leren.”

Cela komt bij mij omdat ze last heeft van prestatiedruk sinds ze is gestart in de brugklas. Ze heeft ook moeite gehad om haar plek te vinden in de klas, aansluiting te voelen, vriendinnen te maken – des te pijnlijker dat ze zelfs een leuk klasse-uitje afkapt om te gaan blokken.

Het liefst wil ik die mentor opbellen en vragen: “Besef je wel wat je aanricht met zulke uitspraken? Brugklassers motiveer je niet door te dreigen met een mislukkende toekomst”.

Motivatie, oftewel ‘moetivatie’, op basis van dreiging en angst werkt niet.

Tuurlijk, ik snap dat de meeste kinderen niet uit zichzelf gemotiveerd raken voor een toetsweek. Ik weet hoe hard docenten werken en hoe lastig het is om dat stelletje ongeïnteresseerde snotneuzen aan te sturen. Maar toch: wat bereik je door deze boodschap over de hele groep te scanderen?

Ik zie meestal twee reacties:

  1. Een piek in stress – vooral bij meisjes, die vaker gevoelig zijn voor prestatiedruk, wiens mentale welzijn al jaren daalt.

  2. Of een piek in onverschilligheid: “Ik ga echt niet leren hoor. Boeit me niks. Fuck die toekomst. Hoe laat gaan we gamen?”

Cela vertelt me: “Dan zie ik op Snapchat dat een paar meiden uit mijn klas al uren zitten te leren. Dan raak ik helemaal in paniek. Ik wil niet achterblijven.”

Het is uiteraard nooit de bedoeling van de mentor geweest om zulke reacties op te roepen. En er is op zich niks mis met benadrukken dat een toetsweek belangrijk is – maar hoe je het brengt, maakt alle verschil.

Zeg het op een manier die niet verlamt, maar versterkt. Blijf positief, bemoedigend.

Zeg: “Dat gaat je lukken.” En niet: “Pas op, anders verpest je je toekomst.”

En wees vervolgens beschikbaar voor vragen, bied een luisterend oor, en spreek vertrouwen uit. Gebruik aandacht en vertrouwen – dat werkt beter dan angst.

Next
Next

Schermtijd: ‘Blijf van die telefoon af!’