“Zo ga ik echt niet naar de brugklas.”

“Jij hebt toch ook ooit in de brugklas gezeten?! Met deze fiets ga ik niet!! Je schrijft nota bene een opvoedboek, mam, dat snap je toch wel…”

Het is 10 voor acht ’s ochtends en mijn tienerdochter staat met vuurspuwende ogen voor me. Haar fiets heeft een los spatbord. Ik heb het vastgezet met een snelbinder, prima oplossing. Dus niet...

Dit 08:10-moment heeft álle potentie om totaal te ontsporen. Maar dan echt.

Ik voel de woede door mijn lijf gieren. Ik heb zin om al mijn opvoedprincipes overboord te gooien en de stress eruit te schreeuwen. Een week lang heb ik in mijn eentje de gezinskar getrokken, mijn man weg voor werk. Ik heb ons veilig door de dagen geloodst, langs afgronden, door ravijnen, met een enkele glijpartij, maar we zijn er tot dusver ongeschonden uitgekomen...

Nu sta ik op het punt alles alsnog te laten exploderen. Ik zal haar eens goed de waarheid te zeggen, die ondankbare rotpuber…

Godzijdank verschijnen er drie reddende woorden in mijn oververhitte brein:

Luisteren. Niet reageren.

Ik heb net een hoofdstuk van mijn boek afgerond over 'minder oplossen, meer erbij blijven', waarin ik betoog dat ouders minder hard hoeven te werken bij grote emoties en stress. Neem de tijd. Reageer niet meteen.

Dus ik doe… niets. Ik rommel in de keuken: “Wat vervelend nou.”

Ze tiert nog wat. Gaat naar buiten. Komt terug. Wéér naar buiten, wéér terug. Onderwijl briesend. Stap voor stap koelt ze af.

Mijn hartslag zakt en ik stel impulsief voor: “Ik ga sporten, dat is vlakbij school. Wil je een stuk bij mij achterop? Dan zet ik je af op een geheime plek.”

Ik zet me schrap voor een snauw.

“Oké… maar straks ziet iemand me”, zegt ze tot mijn verbazing.

“Nee joh, we nemen gewoon een geheime route”, improviseer ik.

Ze is om. Ze trekt haar zwarte capuchon diep over haar hoofd en klimt achterop.

“Mam, zeg het als er mensen langskomen die ik ken.”

We maken er een spel van. Iedereen die haar kon spotten, knallen we (denkbeeldig) van de weg af. Lachend en kletsend trekken we door de buurt.

Aan het einde van de geheime route stapt ze zo onopvallend mogelijk af.

“Doei mam!, Dag lieverd!”

Previous
Previous

De Monkey Town-generatie

Next
Next

Tussen glitterpakjes en moederliefde.